10 mrt

De Geschiedenis van het Westerse Esoterische Christendom

Rond het jaar 30 gebeurde er de belangrijkste daad voor de aarde en mensheid: Christus, een boven-kosmisch wezen, verbond zich met Jezus van Nazareth, welke zo via een ingewikkeld proces werd tot Jezus Christus (oftewel de drager van Christus). Deze bracht het Ik Ben, oftewel het individuele ik, de geest voor ieder mens. Ervoor waren we namelijk meer groepswezens, verbonden aan familie, clan, stam en volk. Sindsdien kunnen we ieder voor zich een individuele ontwikkeling gaan, en worden waartoe we voorbestemd zijn, namelijk een engel of nog hoger door het fysieke bestaan heen.

Jezus werd gedragen vanuit de gemeenschap van Essenen, dat was een esoterische orde die voort was gekomen uit het Boeddhisme: zijn oprichter Jeshu ben Pandira was de opvolger van Gautama Boeddha, en zal de volgende Boeddha, Maytreya worden. Daar heb je al de eerste esoterische orde die met het Christendom verbonden is. Na de verwoesting van Jeruzalem in 69 na Chr. ging deze orde ondergronds.

Voor de ontwikkeling van het Christendom en diens opgave om het ik-bewustzijn te dragen en hoeden, hebben zich drie toenmalige grote volkszielen geofferd. Als eerste de grote Griekse volksziel: die liet zijn volk los en draagt de uiterlijke kerk. De Romeinse volksziel zorgde met de burgerrechten dat het tere mensen-ik beschermd bleef binnen zijn grenzen.  En de Keltische volksziel liet zijn volk grotendeel los, en offerde zich voor het voortbestaan en ontwikkelen van het esoterische Christendom. In Ierland hadden de priesters al de verandering van de aarde waargenomen toen jezus stierf en Christus door de onderwereld ging waarna Hij opstond. Zij ontwikkelden hun eigen vorm van Christendom, tot grote verbazing van Saint Patrick die vanuit de paus in Rome was gestuurd om hen te kerstenen. In Avalon vind je later nog een uitbreiding en verdieping van deze vorm van Christendom: de priesteressen hier werkten samen met de hogere natuurwezens, van wie er meerdere ook als priesters waren geïncarneerd. Dit en andere geheime genoot­schappen vormde een mooie basis voor het esoterisch Christendom.

Verder zijn lange tijd de Kelten, die verspreid leefden door heel Europa, zelfs tot in Turkije, de opvoeders geweest voor de toen nog zeer jonge Germanen. De opdracht van de Germanen was het om als eerste menselijke ras wakker voor de geest te worden in het fysieke lichaam (de voorgaande culturen waren nog niet zo diep geïncarneerd geweest). Daartoe dienden ze eerst hun wildheid te temmen, waarbij de Kelten vaak hielpen, en werden ze eerst in de vervoering van het gedicht (skaldenlied) en in de strijd ineens van hun ik bewust. Vandaar de grote moed bij de Germanen. Later is dit bij de Vikingen wat decadent geworden als ze ‘berserk’ gingen.

Belangrijk voor de ontwikkeling van het Christendom in verband met de hogere ontwikkeling die een mens kan gaan, is een bijeenkomst die Mani in de 4eeeuw bijeenriep, met Zarathoestra, dat was degene die Jezus van Nazareth was geweest en sindsdien rondging als meester Jezus; iemand door wie Gauthama Boeddha heen werkte, en de voormalig Atlantische ingewijde Skythianos, ook een voormalige leerling van Christus. Zij namen de taak op zich om de Graal naar het westen te brengen. De Graal bestaat uit drie onder­delen, die elk met een van de hogere geestkrachten van de mens samenhangt: De Graalskelk (van het Heilig Avondmaal) hangt samen met het beeldbewustzijn wanneer je je denken tot schaal omvormt; de wijn van het Heilig Avondmaal is het getransformeerde bloed van Christus, en staat voor ons toekomstige inspiratieve vermogen; en het brood van het Heilig Avondmaal staat voor het omgevormde lichaam van Christus, ofwel ons toekomstige intuïtieve vermogen.

Mani stichtte het manicheïsme, een mystieke godsdienst die onder ander een streng ascetisme nastreefde. Het heeft tot in de verre Middeleeuwen invloed gehad op onder andere de Katharen (waarvan ons woord ‘ketter’ afstamt).

Skythianos reïncarneerde in de 5eeeuw als Siegfried, die door Brunhilde te wekken ritueel het hogere ik van de mens deed ontwaken (Brunhilde was een schikgodin). Door de hierop volgende gebeurtenissen werd Siegfried vermoord, en dit veroorzaakte indirect de grote volksverhuizingen waardoor de Germaanse stammen zich over Europa verdeelden en de volksleiders werden die we grotendeels nu nog kennen. De adel ontstond mede hierdoor.

Door de kerkvaders werd binnen de kloosters veel innerlijk voorbereidend werk in de ziel gedaan, zodat deze werd voorbereid met morele oefeningen en gebed om de geest ook te kunnen dragen. Het overschrijven met de hand van meerdere oude boeken en manuscripten droeg erg bij aan de uitbreiding van theologische en ook esoterische kennis. De monnikenweg was een echte inwijdingsweg.

Het Keltische Christendom vond zijn bloei in de 8eeeuw met koning Arthur en zijn tafelronde. Zij hadden een nauwe samenwerking met Avalon en daarmee de Keltische mysterie-inhouden. Hier verscheen ook de jonge dwaas Parcival, die op weg gaat om de Graal te vinden. Na meerdere mislukkingen en omwegen bereikt hij de Graals­burcht en verlost er de gevallen koning, waarop hij zelf tot Graal­­koning wordt. Parcival is een reïncarnatie van Mani die vanuit onwetendheid leert om medelijden te ontwikkelen, waardoor hij de Graal voor zich verovert. Daarmee is hij de drager van de nieuwe cultuurimpuls, die eerst met de Renaissance aanvangt: het Vissen-tijdperk, dat met het ontwikkelen van medeleven, compassie, samenhangt., en waardoor we de verstrikkingen van het lot kunnen omkeren naar groei en bevrijding.

Als verdere voorbereiding hierop reïncarneerde eerst Skythianos als de achterkleinzoon van Parcival, Lohengrin, die de Graal naar buiten diende te brengen door met zijn zwanenridders de Hanze-impuls te brengen. De Middeleeuwse mensen waren namelijk nog steeds heel open voor de kosmos: ze woonden in kleine houten huizen met rieten daken, verspreid in kleine dorpen over het land. En ze werden overheerst door steeds machtiger wordende edelen. Door de Hanzesteden konden mensen binnen de stadsmuren en huizen vrijheid veroveren met hun handwerken, hun gildes, en ze konden hun binnenwereld verzorgen. De handel zorgde voor een eigen economie, zodat ze zich nog verder los konden maken van de dwingende adel. Daarnaast dienden de zwanenridders zich wel voort te planten maar niet hun naam te noemen en aan de kinderen te verbinden, zodat zij als adellijk geslacht zouden uitsterven. Dit laatste is helaas niet gelukt, zodat tot aan de eerste wereldoorlog de adel nog steeds de dienst is blijven uitmaken, en achter de schermen dit nog steeds doet.

In de tijd van de kruistochten ontstond de orde van de Tempe­liers, en in Duitsland de Duitse orde (gesticht door Skythianos in Hugo van Paëns, de eerste grootmeester van de orde). Dit waren monniken die hun zwaard in dienst van Christus stelden. Zij waren dus een intuïtieve mysteriestroom. En ze brachten het monnikendom naar buiten, in de wereld, buiten de beschermde muren van de kloosters. Ze hadden het eerste banksysteem dat op waarde was gegrond. Dat heeft zo’n 200 jaar rust gebracht in Europa en gefloreerd. Ook brachten zij de tempelgeheimen uit Jeruzalem naar het westen, wat zij vorm gaven in de Gotische kathedralen. Deze werden betaald met zilver dat zij in Zuid Amerika dolven. De paus kreeg er echter een luchtje van dat ze niet loyaal aan Rome, maar aan de Johannieter Orde in Jeruzalem waren, aangezien ze daar een rechtstreekse voortzetting van waren. Daarnaast wilde de Franse koning hun goud hebben. Hij zette daarom een van de pausen aan om een proces tegen hen te beginnen. Hierdoor werd uiteindelijk de orde opgeheven, en de laatste tempelridders belandden op de brandstapel. Alleen in Portugal ging de orde verder onder de naam Orde van Christus. Van hieruit zijn later de grote ontdekkingsreizen ondernomen.

Aangezien door de beëindiging van de Tempeliers het esoterische Christendom dreigde te verdwijnen, trachtte Christian Rosenkreuz dit nieuw leven in te blazen. Maar de edelen waren bang geworden voor de macht van de paus, en gingen niet met hem mee. Daarop stichtte hij met een klein groepje medestanders de Orde van de Rozenkruisers, en richtten zij zich op de ontwikkeling van de alchemie. Deze Rozenkruisers zijn nog steeds ondergronds actief.

Christiaan Rosenkreuz zelf incarneerde slechts korte tijd in een jongetje dat het opstandings-fantoomlichaam van Christus droeg. Hierin hebben twaalf mensheidsleiders hun hogere geestkrachten in laten uitstromen, waaronder de sterrenkrachten. Sindsdien kunnen wij met goede daden en de ontwikkeling van deugden dit fantoom­lichaam doen groeien voor heel de mensheid. Het jongetje stierf kort hierop, en het fantoomlichaam wordt in het geheim gehoed.

In de 19eeeuw ontstonden nieuwe esoterische richtingen, mede door de esoterische kennis die eerst uit het oosten kwam: eerst de Theosofen en later, hiervan afgesplitst, de Antroposofen onder leiding van Rudolf Steiner. Die stichtte in 1923 de nieuwe mysteriën, waartoe hij zo’n duizend vertegenwoordigers van alle geestelijke richtingen over de hele wereld bijeen riep. Dit heeft hem zelf de kop gekost, want hij is vergiftigd hierna. Maar die nieuwe mysteriën zijn een feit, en mijn eigen esoterische school is daar een onderdeel van.

Tijdens de 2eWereldoorlog vond er een tweede kruisiging van Christus in de levenswereld plaats, mede door ons ver doorgevoerde materialisme. Met de mogelijkheid dat we nog verder uit kunnen groeien wanneer we dat innerlijk overwinnen.

Deze kruisiging heeft tot gevolg gehad dat het derde boze, de antichrist, niet goed heeft kunnen aangrijpen in 1998, tijdens de grote zonsverduistering toen. En in 2012 is mede door die kruisiging het bewustzijn in het hart gekomen voor ieder mens. Waarmee we ons verder kunnen gaan ontwikkelen in en door de duisternis in onszelf heen. Hier zitten we nog middenin. Want als je nu vanuit de schijnbare zekerheden in het hoofd wilt leven en de controle wilt houden, kom je meer in de chaos en paniek terecht. Maar als je vertrouwen hebt in de kracht van het hart, kun je niet zo makkelijk je volgende stappen overzien, maar laat je je meer leiden door wat je aanvoelt als juist. En dat geeft een grotere gemoedsbedding om vanuit te leven. En handvatten voor een snellere innerlijke ontwikkeling.

Je komt hier namelijk aan het geheim van de licht- en duisternismysteriën. Voor de komst van Christus waren deze mysteriestromingen strikt gescheiden. Zij worden aangeduid als de moeder en de zoon mysteriën. De lichtmysteriën leidden naar het heldere beeldbewustzijn, de imaginatie wanneer je je ziel richt op de geestwerelden. De duistermismysteriën leiden naar de voor het bewustzijn duistere werelden van het leven, de ziel en de geest door jezelf heen, door je organen die voor het bewustzijn aanvankelijk duister zijn. Je ontwikkelt hier door je in levensprocessen in te leven de inspiratieve en intuïtieve vaardigheden.

Christus heeft deze stromingen met elkaar verbonden. Zijn moeder kon het leiden van haar zoon aanzien doordat ze de geestelijke werkelijkheden erachter schouwde: zij was dus in de lichtmysteriën ingewijd. Zijn leerling Johannes, de uit de dood (inwijding) opgestane zanger Lazarus was inspiratief en intuïtief (door de dood en opstanding heen) ingewijd, dus een vertegenwoordiger van de duisternismysteriën: hij lag vaak aan Christus’ borst te luisteren naar de kosmische klanken uit Diens hart. Zij stonden beiden onder het kruis, waarop Christus ze toen met elkaar verbond, door te zeggen “Moeder zie uw zoon. Zoon zie uw moeder.” En de zoon duidt op wat Johannes later in zijn Openbaringen zal beschrijven als de Mensenzoon, het hogere ik van de mens dat geheel is geworden. Zij dienden zich dus in elkaar te spiegelen. De moeder heeft de levenskrachten van de zoon nodig, opdat ze niet zal verstarren in dogma’s en dode beelden. En de zoon heeft de inzichtkrachten van de moeder nodig, zodat hij licht kan brengen in de wegen en gebaren die hij in de levenswerelden doorloopt.

De Antroposofie is vooral ontwikkeld in de imaginatieve richting. Sinds 2012 is echter het bewustzijn van de mensen meer bewust in het hart komen te liggen, waardoor juist de duisternisweg door de organen heen makkelijker toegankelijk is. Daar kan het hoofd weinig mee, dat genereert hooguit angst voor het onbekende. Vandaar dat er veel mensen nog steeds trachten de controle over hun leven te houden door zo veel mogelijk hun leven te plannen, wat echter steeds minder lukt. Het vertrouwen vanuit het hart dat je elk moment kunt wegen en stappen nemen, geeft je nu veel meer ontwikkelingskansen. Het is even wennen.

 

Verschenen als artikel in Sterrenwijs nummer 12.