3. Over innerlijke muziek en de kosmos; een zoektocht naar de sferenharmonie
ervaringen met helder horen
Mijn belangrijkste impuls om het verband tussen innerlijke muziek en de kosmos te gaan onderzoeken, was een inwijding in de werkingen van een wolk, zo tegen mijn dertigste. Dit was zeer intens en heeft een wissel op mijn leven getrokken, want mede hierdoor paste ik voor mijzelf niet meer in het keurslijf van de wetenschapper en verrichte onderzoek op een eigen wijze, veelal door de kunst heen. Maar als ik terugdenk, gingen daar meerdere ervaringen aan vooraf.
Als kind al voelde ik de stemmingen van anderen aan zonder het zelf te weten. Half of veelal onbewust ging ik deze bij een donkere bui uit de weg. Dat was een handig overlevingsmechanisme. In de natuur had ik vaker een sterk eenheidsbeleven, zoals bij zonsopkomst en ondergang. Aanvankelijk stelde ik me dit als een gigantisch muzikaal spel voor, maar werd meer en meer gewaar dat ik dat ook als innerlijke muziek hoorde. En dit bewust beseffende in mijn puberjaren, hoorde ik ook de stemming wanneer ik ergens binnen kwam, welke ik vroeger alleen maar half bewust voelde. Tijdens mijn biologiestudie zag ik opeens dansende bewegingen rond een reageerbuis. Met lang zoeken in verschillende esoterische richtingen kwam ik erachter dat ik elementwezens waarnam, en dat doe je niet met de bekende gangbare zintuigen. Dit is ook al niet populair in de gangbare wetenschap, het wordt eerder afgedaan als hallucinaties. Dus die en volgende waarnemingen hield ik maar voor me.
Toen kwam de inwijding in een wolk in klank, kleur en vorm. Eerst zag ik een zware regenwolk boven zee hangen, ik zag de nevelbewegingen erin, en het volgende moment was ik uit mijn lichaam en midden in de werkingen van die wolk. Ik zag mooie organische bewegingen en vormen in heel heldere kleuren, met goud omfloerst. En ik hoorde een zeer intense boven-tonale klankzee, als was het een donderende symfonie met een zeer groot orkest en vooral een hoog gehalte aan waarheid en zingeving. Dit was echter zo overweldigend, dat mijn eigen wezen geheel en al dreigde uit te dijen en op te lossen in die zee van klanken. Met moeite trok ik mezelf eruit terug tot ik weer in mijn lichaam bij mezelf kwam. Op de weg terug naar mijn lichaam zag ik het zeer krachtige en hoge wezen in de wolk, die me losliet en innerlijk zoiets zei als ‘Nu heb je gezien en gehoord, zie maar wat je hiermee doet.’ Heel nuchter, terwijl ik zelf bijna mezelf was kwijtgeraakt. Ik voelde echter dat het volkomen waar was wat ik daar beleefd en waargenomen had, zij het dat dit zich niet op het fysieke plan had afgespeeld. Net als bij mijn waarnemingen van elementwezens eerder, wist ik dat ik niet hallucineerde, dat dit een veel intensere ervaring was dan ik ooit in mijn lichaam had gehad. Ik heb hierna meer van dergelijke ervaringen gezocht, zoals staan in het spelende carillon van de donjon van Brugge. Ik kon dit niet weer zo intens ervaren. Ik besloot om deze weg ook voor anderen toegankelijk te maken, aangezien hij zo mooi en waar was. Maar ik besefte ook dat dit op een zeer gedoseerde wijze zou dienen te gaan, want anders kun je jezelf er mooi in verliezen.
Ik hoorde tijdens mijn reizen hierna ook meer en meer de innerlijke muziek op plaatsen zoals Stonehenge, het kustgebergte van Californië (wat veel weg had van de muziek van de Mamma’s and Pappa’s), en in weersbeelden. Dit gebruik ik wanneer ik helend landschapswerk met anderen doe. We zingen dan improviserend de stemming van dat moment en die plaats.
Een aantal van de klankervaringen ben ik gaan uitschrijven in composities. Een van de eerste is de koorzang ‘Waddenlucht’; klik naar het lied Elektra, waar je het aan het einde kunt horen. Hoor ook eens naar de ‘Karmijnrode Wolken aan de Avondhemel‘ van mijn koor Via Natura.
Ik wilde onderzoeken of je dit ook objectief kan maken, en heb dat als methode uitgewerkt in workshops en later cursussen. De ervaring leerde me namelijk dat klank, gezongen en/of met instrumenten, een sterke uitwerking heeft op de heling van mens en natuur. Dat is bekend uit verschillende sjamanistische tradities van oost en west, wij kunnen het zelf ook toepassen als je weet hoe. En dat heb ik gedaan met mijn onderzoek en methoden.
zoektocht naar grotere verbanden
Wat ik hoorde in de werkingen van de wolk, heet naar oude optekeningen de ‘Harmonie der Sferen’. Ofwel de klank-krachtwerkingen van de zon, maan en planeten in hun rondgang aan de hemel. De laatste van wie bekend is dat hij dit bewust hoorde, was Pythagoras. Hij ontwikkelde met behulp van zijn monochord het muzieksysteem van de kwintencirkel. Dat is nu nog de basis voor onze westerse muziek, want de twaalf opeenvolgende kwinten zijn elk de aanzet tot de majeur toonladders. Hijzelf heeft er in zijn school in Croton, Zuid Italië, een innerlijke ontwikkelingsweg uit gemaakt op basis van muziek en dans. En de eerste die dit voor zover ik weet opnieuw hoorde, was de componist Schönberg. Hij heeft zes jaar na de inwijding in deze klankzee zijn twaalftoonsysteem ontwikkeld, waarin iedere toon binnen het octaaf evenveel waarde heeft: het atonale toonstelsel. Dit komt overigens niet overeen met wat ik hoorde: dat was niet a-tonaal maar boven-tonaal. Oftewel de muziek die ik had gehoord, had zin en richting, was niet zozeer een klankbrei, die je vaker (niet altijd!) in atonale muziek kunt ervaren.
In de 17e eeuw heeft Johan Kepler ook de harmonie der sferen gezocht, en op die zoektocht vond hij de ellipsvormige banen van de planeten rond de zon in zijn zogenaamde wiskundige ‘perkenwet’ (eigenlijk zijn die banen ei-vormig, maar dat is zo moeilijk in wiskunde uit te drukken). Als je de bewegingen in klankverhoudingen omzet, krijg je tussen de snelste en de langzaamste bewegingen van de planeten harmonieuze intervallen (zoals terts, kwart, kwint), en ook tussen de planeetbewegingen onderling vind je die. Ik heb zijn berekeningen van de planeetbewegingen en ook van hun manen omgezet in klanken, en kreeg daaruit inderdaad hele mooie harmonieën, die aan composities van de planeten van Holst doen denken. Ik heb die berekeningen en vondsten uitgewerkt in een boekje. En die planeet- en hun maanbewegingen in zang kun je ook bestellen.
Echter was dit maar zeer ten dele een afspiegeling van de klankzee die ik innerlijk in de wolk had gehoord. Er miste namelijk het ritme, en dat is een uitdrukking van het leven.
Bij mijn biologiestudie had ik vaker naar stervend weefsel gekeken onder mijn microscoop, waar je nog net de werkingen van het leven kon vermoeden. Het natekenen van die stervende beelden deed mijn ziel geweld aan, en vertelde me weinig over het leven. Ik ging zoeken in andere richtingen of ik meer over die sferenharmonie kon vinden. Ik las veel astrologische boeken, wat makkelijk tot me kwam. Maar ook hierin ontmoette ik vooral dode beelden, hoe machtig die ook zijn. Ik zocht tevergeefs het leven erin. In de wetenschap werden mijn waarnemingen niet als zodanig erkend, want ze zijn niet direct voor iedereen toegankelijk: je moet er moeite voor doen om er je innerlijke zintuigen voor open te zetten. Ik herinner me nog de uitspraak van een decaan, die enige van mijn boeken doorbladerde en toen zei ‘Ja zo doen wij het hier niet. Gaat u maar afstuderen bij filosofie, die zien daar misschien heil in.’ Omdat ik een gezin had met opgroeiende kinderen, kon ik daar toen niet de kracht voor opbrengen. Wel heb ik mijn bevindingen uitgeschreven in het boek ‘Wetenschap Anders’, waarin ik ook richtlijnen aangeef hoe je de takken van wetenschap wel vanuit je eigen orgaan/planeetprocessen kunt bedrijven.
leven is ritme
Wat Kepler had ontdekt was zeer boeiend. Het waren echter de bewegingen van de planeten rond de zon, en wij op de aarde als een van die rond de zon draaiende planeten, zien die ellipsbewegingen niet. De planeten dansen in hun rondgang naar de zon echter allemaal op een zeer specifieke wijze rond de aarde, waarbij ze ons inhullen in lusbewegingen. Daar zit dus ritme, leven in. Zo ‘danst’ Mercurius in gemiddeld een jaar drie keer naar de aarde wanneer hij voor de zon langsgaat. Als je dit van bovenaf ons zonnestelsel zou zien, dan zie je een tulp of lelie als figuur ontstaan. Venus wikkelt ons in acht jaar vijf keer in met haar dans, waarbij ze gemiddeld acht keer door de dierenriem gaat. Daaruit ontstaat het mooie patroon van een roos. Mars wikkelt ons in zijn achtjarige baan rond de aarde door de dierenriem zeven keer in met een lusbeweging. Jupiter gaat in twaalf jaar rond in de dierenriem, en wikkelt ons daarbij elf keer in een lusbeweging. En Saturnus gaat in 29 1/2 jaar rond de dierenriem, en wikkelt ons 28 1/2 keer met een lusbeweging in. Zo maakt elke planeet een eigen ritme naar ons toe, op zijn eigen tempo. Ik ben deze ritmen gaan uitproberen in workshops, om zelf samen met anderen te ervaren hoe deze ritmen op ons inwerken. Vanuit de esoterie is namelijk bekend dat we de planeetkrachten dragen in onze organen. Dus zouden de longen, die zijn aangelegd door Mercurius, dienen te reageren op een ¾ maat, en de nieren, aangelegd door Venus, op een 5/4 maat, en ga zo maar door. En in mijn workshops bleek dit ook herhaalbaar te zijn. Op rij:
maan – hersenen en voortplantingscellen – 12/16 maat
Mercurius – longen – ¾
Venus – nieren – 5/4 maat
zon – hart – 4/4 maat
Mars – gal – 7/4 maat
Jupiter – lever – 11/4 maat
Saturnus – milt – 29/4 maat
Verschillende inheemse volken zoals de Basken, Kelten, Bulgaren, Finnen kennen deze ongewone maatsoorten. Zeer waarschijnlijk zijn die uit Atlantis overgeleverd, waar ze innerlijk werden gehoord in plaats van gezien. Want dit continent was grotendeels in nevelen gehuld.
Nu geven maten eerder een inperking van de tijdstroom, een soort bedding, en zijn ze nog niet het leven zelf, eerder een houvast. Deze komen pas echt tot leven wanneer je daarin verschillende accenten legt. Iedereen die wel eens heeft getrommeld, kent de verstarrende werking wanneer je telkens hetzelfde blijft spelen, waarbij je in een trance kunt raken. En de verlevendiging wanneer je ritmen afwisselt. Dat wekt je op.
kleur is ziel naar buiten, klank is ziel naar binnen
Als je in de avondschemering de kleuren en hun veranderingen op je in laat werken, kom je in verschillende stemmingen. Innerlijk kun je die in je op laten klinken als klankspel. Dat is ook niet zo verwonderlijk, aangezien de atmosfeer de ziel is van Moeder Aarde (die bestaat voor 80 % uit stikstof, de drager van ziel). De kleuren kun je als haar gevoelens ervaren. Naar binnen toe beleef je kleuren als je gevoelens, die elk een bepaalde klankkleur hebben. Ik heb dit goed uit kunnen werken door met de leerlingen van de Collot schilderacademie de kleuren als stemmingen te mogen zingen, wat hen hielp om beter de zielebewegingen van de aparte kleuren te kunnen pakken en schilderen. Ik gebruik dit ook als klankimprovisaties bij ons helende landschapswerk, waarin we voor de elementwezens de verschillende kleuren zingen.
Nu wat betreft de meer bewuste klankwerkingen in de ziel die je wakker kunnen maken. Zoals ik hiervoor al aangaf, kun je uit de pythagoreïsche kwintencirkel de twaalf majeurtoonaarden afleiden. Elk daarvan kun je beleven als specifieke ziele-bewustzijnsruimten, die je in verband kunt brengen met een teken van de dierenriem. Dit als grote matrix.
Een meer verfijnde toepassing van tonaliteiten vind je bij verschillende componisten die naar binnen luisteren, zoals Beethoven (aan het einde van zijn leven toen hij al stokdoof was en alleen innerlijk hoorde) en Débussy (voordat die werd teruggefloten door Jean Cocteau). Bij hen vind je in een aantal van hun composities de oude kerktoonaarden uit de Middeleeuwen, waarop toen door de monniken werd gezongen (de zogeheten gregoriaanse zang). Die kerktoonaarden zijn overgeleverd uit het oude Griekenland, waar ze de inwijdings/tempelmuziek voor de verschillende stammen waren. Onze majeur toonladder kent de tonen C-D-E-F-G-A-B-c als volgorde. De Doriërs kenden hierin de D als grondtoon, de Phrygiërs de E, en ga zo maar door. Deze toonreeks stamt eigenlijk af van het kosmisch-aardse ontwikkelingsoctaaf. Die begint bij de G met de zogeheten oude Saturnus, waarin de kiem voor het menselijke fysieke lichaam werd aangelegd. Dat gebeurde in de warmte. Daarop kwam het ontwikkelingsstadium dat heet de oude Zon, met de toon A. Hier werd ons levenslichaam aangelegd. Dat gebeurde in het licht en de lucht. Vervolgens ontstond de oude Maan, de toon B, waarop ons zielelichaam werd aangelegd. Dat gebeurde in klanken in het water. Toen kwam de fysiek verdichte aarde, met de toon C, waarop we fysiek konden incarneren. Dat heet de Mars-ontwikkeling van de aarde. Rond het jaar nul was die ontwikkeling af, en konden we onze geestkern, dat waartegen we ‘ik’ zeggen, in ons opnemen. Daardoor kunnen we vanaf die tijd een individuele ontwikkeling gaan en zijn niet langer alleen aan familie en stam verbonden. We kunnen helpen genezen wat we tot aan het jaar nul anderen en aan onszelf hebben aangedaan. Dat heet de Mercurius-ontwikkeling van de aarde, en hangt samen met de planeet Mercurius, wat de toon D na de incarnerende C brengt. Hierna komt de Jupiter-aarde, waarop we ons tot helderzienden kunnen uitvormen (het engelbewustzijn). Dat is de toon E die met Jupiter samenhangt: het shamballa ofwel het nieuwe Jeruzalem. Dan volgt de Venus-aarde, waarin we inspiratief leren handelen en sturen (het aartsengel niveau). Dat is de toon F. En als laatste de Vulcanus-aarde, waarin we scheppende magiërs kunnen worden (tijdgeest niveau) en nieuwe mensen uit ons zullen kunnen scheppen. Dat is de octaaftoon G. En zo hebben we het hele octaaf als ontwikkelingsstappen in onze lichamen en ook ziel verborgen. Deze begint bij de G, als volgt: G-A-B-c-d-e-f-g. Dit octaaf met verlaagde zevende toon (kleine septime) is de Saturnus- ofwel milttoonaard. Het is de zogenaamde ‘natuurtoonrij’, die in elke aardse klank zit verborgen in de boventonen.
Op volgende wijze hangen de toonaarden en organen als zielstemmingen samen:
Maan/Levensstromen en bewuste zielsinhoud – B-b (lokrisch)
Mercurius/Longen – D-d (dorisch)
Venus/Nieren – F – f (lydisch)
Zon/Hart – A – a (aeolisch; mineur)
Mars/Gal – C – c (ionisch; majeur)
Jupiter/Lever – E – e (phrygisch)
Saturnus/milt- G – g (myxolydisch)
Alles volgens de witte toetsen van de piano (met vaste hele en halve toonafstanden)
Voor de drie nieuw ontdekte, ‘mysterie’planeten Uranus, Neptunus en Pluto, die niet zozeer organen maar eerder hormoonklieren in ons aanleggen, zijn er andere toonaarden. Zie daartoe mijn boeken ‘Karmische Astrosofie‘ en ‘Werken met de Ritmen en Harmonieën van de Planeetsferen‘, waarin je ook liederen en andere composities van de planeetritmen vindt.
Nog bleef mijn zoektocht niet geheel bevredigd. Ook al kon ik harmonieën tot composities verdichten, ik zocht nog naar klanken die ik had gehoord en die ik niet in onze gangbare muziekinstrumenten terug kon vinden. Met name waar het om woordklanken gaat: een fluit heeft bij voorbeeld meer een ‘O’klank, een hobo meer ‘È’, maar veel verder kom je niet. Ik ging klankbeelden ontwikkelen die elk een specifieke klinkerklank voortbrachten door hun houtsoort en innerlijke ruimte. Dat paste ik toe op een lier en een cello met dynamisch verstelbare achterpanelen, om die klinkerklanken te kunnen benaderen in muziek. Daarna maakte ik muziekinstrumenten, aanvankelijk harpen en lieren om de specifieke klankruimten van de dierenriembeelden hoorbaar te kunnen maken. Dat deed ik door hun vormen als klankvormende principes toe te passen. Zo ontstonden twaalf oertypen van snaarinstrumenten, die elk een eigen klank voortbrengen. Dat heb ik daarna toegepast op grotere lieren en ook op gitaar en viool.
Ik deed dit mede omdat ik goed overweg kon op de gitaar en op een toetsenbord (accordeon, later keyboard), maar dan neigde te blijven hangen in inprovisaties binnen de verschillende toonaarden, wat me veelal in het denken bracht en een beetje excarnerend uitwerkte als ik alleen maar improviseerde. Maar door de gerichte aankleding en gronding in maat en ritme, daarnaast tonaliteiten werd dit meer en meer gericht als klankmeditatie. Zo kwam ik vanuit de muzikale bepaaldheden tot composities op basis van de planeetklanken en ritmen.
En ook dit was nog niet geheel wat ik beoogde. Ik kon dan wel de planeet/orgaanmuziek van het moment op laten klinken, wat ik toepaste op scholing en therapie vanuit een geboortehoroscoopen op landschapsheling. Maar ik had nog geen toegang toe de werkingen van de sterren, ondanks dat ik hen wel kon horen wanneer het stil en om me heen was. Ik weet dat vroeger veel meer mensen de sterren hoorden. Ook nu zijn er mensen die tonen horen wanneer bepaalde sterren boven de horizon komen. Daarom heb ik de afstand van de sterren tot de dierenriem in tonen omgezet, en door hun loodrechte projectie op de dierenriem (waardoorheen de zon, maan en planeten bewegen) had ik naast hun klanken ook de ritmische voortgang vastgelegd. Gegroepeerd naar de sterrenbeelden krijg je dan zeer specifieke klanken en ritmen, die we allemaal kennen, want tussen twee aardelevens in, en ook in de nacht wanneer we slapen, zijn we in die werelden. Zie ook mijn eerste blog over de impact van de sterrenbeelden op ons. Met deze klanken en ritmen kom je bij je eigen idealen die je voor je geboorte je hebt voorgenomen om dit leven uit te werken. Je komt er dus mee bij je eigen ontwikkelingswezen, je innerlijke kind dat wil groeien door zich te ontwikkelen. Als een voorbeeld heb ik een muziekstuk uitgewerkt van het noordelijke sterrenbeeld Cepheus, en het proces in je ziel om in contact te komen met het door deze vertegenwoordigde ideaal: klik hier voor een youtube filmpje ervan.
klankhoroscopie
Alle bovengenoemde muzikale werkingen ben ik gaan toepassen op een horoscoop, vanuit mijn opgedane kennis met de astrologie en astrosofie (al meer dan 35 jaar geef ik horoscoopduidingen en consulten). Wanneer je de inzichten van de vier lichamen van de mens toepast in een horoscoop, dan kun je erin de volgende vier elementen en lichamen herkennen:
-Het fysieke lichaam wordt geleid vanuit de organen, die mee naarbinnen genomen planeetwerkingen zijn. De organen bedden de ziel en levensprocessen in volgens de maatsoort die is afgeleid van de ritmische planeetdans rond de aarde. Zie hierboven.
-Het levenslichaam drukt zich uit in de ritmen, die zich hullen in de orgaan-maat. We kennen in de dichtkunst de ritmevoeten. Die zijn bewust toegepast in de rijdansen van de oud-Griekse apollonische tempelspelen. De rijdansen tussen de scenes van het drama werden door de leerlingen uitgevoerd op basis van ritmische teksten. En deze zijn overgeleverd als de metra ofwel ritmevoeten, waarop litteraire teksten zijn en soms nog worden geschreven. Die ritmevoeten brengen het leven. Wel beschouwd zijn daar twaalf typen van, welke je elk met een bepaald levensgebied in contact brengen. In de horoscoop duiden de twaalf huizen onze levensgebieden aan, waarin onze wil verborgen ligt. De ritmevoeten brengen de maatsoorten van de organen tot leven, en zo krijg je bewuste toegang tot wat er in je wil leeft aan wilsimpulsen.
-De ziel bestaat basaal uit de gevoelens van sym- en antipatie en hun verfijningen. Gevoelens zijn naar buiten toe kleuren, naar binnen toe klanken, en zo kun je de zielestemmingen die ontstaan vanuit de organen als totaliteiten, innerlijke klankruimten ervaren.
-De geest bewerkstelligt in de ziel dat we zinvolle muzikale motieven kunnen maken en onderscheiden. Deze muzikale motieven of muzikale zinnen kleden zich in maat, ritme en tonaliteit, maar geven uit zichzelf iets heel eigens weer. Daaraan kun je muziekstukken van elkaar onderscheiden. Maar nog een stapje verder: de werkelijke geestelijke achtergrond van een muziekstuk vormt zijn toonsoort, dus de majeur toonladder waarin hij is geschreven. Dat bepaalt ook zijn plek vanuit de dierenriem.
Wanneer nu een planeet in een geboortehoroscoop staat in een bepaald teken, dan verandert deze planeet de majeur toonladder van het dierenriemteken in zijn eigen kerktoonaard. Van zichzelf neemt het de maatsoort mee die zich tot in het door hem aangelegde orgaan. Het huis waarin deze planeet valt, geeft het levensgebied aan waarin hij zal uitwerken. En diens ritme vervormt de maatsoort van die planeet. En zo heb je een benadering van de sferenharmonie tot binnen je eigen constitutie.
Wanneer bijvoorbeeld Mercurius staat in de Schorpioen (op dit moment, dan zal hij de Des majeurtoonladder van de Schorpioen veranderen in de Dorische, wat wil zeggen dat niet de Des, maar de Es de grondtoon is. Zijn maatsoort, verankerd in de longen, is de 3/4. Wanneer hij valt in het elfde huis (zo rond 11 uur ‘s ochtends, koffietijd), dan is zijn ritmevoet de kretikus, lang-kort-lang. En hiermee zal hij dan innerlijk de ¾ maat omvormen en tot leven brengen.
hoe ver van mijn bed?
Nu heb ik dit niet zo maar als theorie uitgewerkt, maar ik heb dit gedurende zo’n 30 jaar getoetst in workshops, opleidingen innerlijke ontwikkeling en in persoonlijke consulten en therapieën. Ook passen we dit geregeld toe op landschapshelingen, waarbij ik de deelnemers de stemming van het monent improviserend laat zingen en ik hier met de lier de planeetstanden in maat, ritme en melodie tegenaan speel. De herkenning in alle gevallen is sprekend voor mijzelf en de andere deelnemers. Wij ervaren namelijk constant de uitwerkingen van de sferenharmonie als de stemmingen en hun wisselingen waar we dagelijks doorheen gaan. Al zijn we ons hier meestal weinig van bewust. Dit werk is een oefenweg om weer meer bewust van die innerlijke klanken te worden. Zo haal je de sferenharmonie weer dichterbij door die in de stemmingen te herkennen.
Mijn vrouw Marion Groenendal geeft muziektherapie vanuit de horoscoop aan meervoudig gehandicapte mensen, met als resultaat dat deze meer in zichzelf komen en de leeftijd worden die ze zijn, niet langer een driejarig kind. Hun omgeving is er lovend over.
Heb je interesse dit zelf eens te beleven? We geven geregeld muziekimprovisatie avonden waarin we de planeetritmen en harmonieën improviserend met elkaar oproepen en beleven. Kom een keer langs: 16 November is de eerstvolgende datum.
Of volg de opleiding Muziektherapie vanuit de Horoscoop bij ons, daar leer je om te gaan met deze methode, ook alleen al voor jezelf om je zielsprocessen te leren kennen.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.